Mijn reis naar acceptatie

Toen ik de post van Jordy las op LinkedIn waarin hij militairen, veteranen en thuisfront vroeg om te helpen bij het verrijken van de website Veteranengids.nl, heb ik direct contact met hem opgenomen om te vragen of mijn verhaal wellicht interessant zou kunnen zijn om te plaatsen. Binnen een paar minuten had ik zijn reactie terug met een volmondig ja!

Dus direct in de spreekwoordelijke pen geklommen in de hoop dat het een handje helpt om over een eventuele drempel te stappen. En dat veteranen, het thuisfront en militairen, de stap durven te nemen om hulp te vragen bij het verwerken van levens veranderende gebeurtenissen die plaatsgevonden hebben tijdens of naar aanleiding van hun missie(-s)

Mijn reis begint in Roosendaal waar ik mij in Mei 1980 mocht melden bij de Engelbrecht van Nassau kazerne voor de ECO van het KCT.

Behoorlijk beschermd

Komend uit een gezin van gescheiden ouders, waar mijn zus en ik behoorlijk beschermd zijn opgevoed en pappa als oud KNIL militair een strenge maar rechtvaardige hand van opvoeding hanteerde, was dit een indrukwekkende ervaring. Als kind had ik al de nodige uren op de Kromhoutkazerne in Utrecht doorgebracht waar mijn vader tot aan zijn FLO geplaatst was. Dus enige ervaring met defensie was me niet vreemd, maar dit was toch wel van een heel ander niveau.

Zonder te veel in detail te treden was mijn tijd tijdens de ECO heftig, waar je op meerdere momenten zowel mentaal als fysiek tot de bodem moest gaan en er soms volledig doorheen zat. Uiteindelijk de ECO met goed gevolg en enorm trots afgesloten. Tijdens de opleiding zagen we een promo en wervingsfilm voor de eerste Nederlandse vredesmissie in Libanon, UNIFIL. In een ondoordacht moment met een aantal toenmalige maten het aanmeldingsformulier ingevuld, ondanks het feit dat we te horen kregen dat de kans dat we geselecteerd zouden worden erg klein zou zijn.

Geselecteerd!

Wat schetste dan ook mijn verbazing dat ik in september te horen kreeg dat ik geselecteerd was een me ’s maandags bij het JWF in Assen moest melden voor de opleiding voor Libanon. Toen stond ik ook nog voor een andere uitdaging, hoe ging ik mijn ouders vertellen dat hun zoon zich vrijwillig had aangemeld voor een uitzending naar een oorlogsgebied.

Je kunt je voorstellen dat dit nieuws met gemengde gevoelens door mijn ouders ontvangen werd, met als gevolg een verdrietige moeder en een trotse vader.

Ik meldde me die maandag voor twaalf uur bij de poort van de JWF-kazerne in Assen. Bij de Charlie Cie., waar ik ingedeeld was, werd ik nou niet direct onverdeeld enthousiast ontvangen. Met name het kader had zo haar bedenkingen wat ze nou precies met ‘zo’n gast’ aan moesten. Uiteindelijk besloot de kapitein dat ik dan maar opgeleid moest worden tot verbinderlaar/verbindingsman bij het staf peloton.

Na enkele maanden de opleiding voor Libanon gevolgd te hebben, met de daarbij behorende oefeningen, zouden we klaargestoomd moeten zijn voor onze uitzending in januari 1981.

De dag van vertrek was aangebroken en vol spanning, maar ook vol goede moed en vertrouwen vertrokken we voor een aantal maanden naar Libanon, waar wij als Charlie compagnie gestationeerd zouden worden in het zuiden, direct aan de grens met Israël.

Ikzelf werd, als onderdeel van het stafpeloton, gestationeerd op post 7.4, de commandopost van de Charlie Cie. bij het dorp Majdal Zoun.

Andere werkelijkheid

Hoe heftig was de eerste kennismaking met Libanon! Nadat we geland waren op het vliegveld van Beiroet, werden we per 3-tonner vervoerd naar het zuiden waar ons missiegebied lag. Echter totaal niets leek op wat we kenden of wat we gewend waren. Let wel, dit was nog in het tijdperk waar de meesten van ons nog niet eens verder op vakantie waren geweest dan in Nederland, Frankrijk of Duitsland en een enkeling naar Spanje, Italië of Griekenland. En internet stond nog zo in de kinderschoenen dat bijna niemand er nog van gehoord had.

Onderweg zagen we overal kapotgeschoten gebouwen, wegen met enorme gaten en een bevolking en cultuur waar de meesten van ons nog nooit mee kennisgemaakt hadden en zo anders was dan de onze. Hoe anders was dit beeld dan het beeld dat geschetst werd in de promo/wervingsfilms. Maar er was nu geen weg meer terug. Hier zouden we het de komende maanden mee moeten doen.

In de maanden dat we in Libanon zaten werden we geconfronteerd met allerlei zaken. Gekenmerkt door spanning en stress, vermoeidheid en slaapgebrek. Maar ook het opbouwen van vriendschappen, het leren communiceren en onderhandelen met de lokale bevolking. Je dagelijkse routine, het eten, het 24/7 op elkaars lip zitten, de cultuur, de contacten met de lokale bevolking, niets was zoals thuis.  Het lopen van patrouilles, zowel overdags als ’s nachts, het onderscheppen van PLO-eenheden, beschietingen door zowel de PLO als door de Israëli’s. Dit alles voor het eerst meemaken van direct vuurcontact tot gijzelingen liet bij eenieder van ons in meer of mindere mate wel een litteken achter, of zoals we zelf zeiden; we hebben een krasje.

Natuurlijk waren er ook mooie momenten, zoals het ontvangen van post van thuis, het verlof naar huis of naar Israël en de kameraadschap die er groeide gedurende deze tijd. Een onderlinge kameraadschap die nooit meer weggegaan is.

Naakt zonder wapen

Na maanden was het tijd voor de rotatie. Ik werd, met nog een aantal andere collega’s  aangewezen om nog een week langer te blijven om de nieuwe lichting in te werken en wegwijs te maken. Maar toen was het toch zover, eindelijk naar huis!

Aangekomen op Schiphol werden we overweldigd door de ontvangst. Tientallen familieleden, partners, vrienden, stonden ons op te wachten om ons welkom thuis te heten. Zo indrukwekkend en tegelijkertijd beangstigend. Zoveel drukte en zoveel mensen waren we niet meer gewend en we vonden ons bijna hulpeloos en naakt zonder wapen. We grapten naar elkaar of het vliegtuig er nog stond zodat we weer terug konden vliegen naar Libanon.

Zonder enige vorm van ‘officieel’ afscheid zeiden we elkaar gedag, geen idee of we elkaar ooit nog eens zouden terugzien.

Iedereen keerde weer terug naar zijn oude leventje. Al snel bleek echter dat dit niet zomaar ging en een flink aantal maatjes kampt tot op de dag van vandaag nog steeds op de een of andere manier met problemen die ontstaan zijn gedurende deze uitzending. Van nazorg was er in die periode eigenlijk niet of nauwelijks sprake.

24/7 aan

Zelf had ik toch minstens zes maanden nodig om weer een beetje in het ‘normale’ patroon van Nederland te komen. Ik stond eigenlijk 24/7 aan, overal waar ik kwam eerst de omgeving scannen, waar waren mogelijke vluchtwegen, niet met mijn rug naar een raam of deur durven zitten. Een plek in de ruimte zoeken, waar ik iedereen op me af kon zien komen, schrikreacties bij harde knallen, het vermijden van mensenmassa’s, overmatig drankgebruik en nog een aantal van dit soort zaken.

In de jaren daarna lukte het me om al deze zaken zover mogelijk naar de achtergrond te duwen. Het volgen van een rechtenstudie en andere beroepsopleidingen, het aanvaarden en najagen van functies en promoties binnen het bedrijfsleven waarbij je eigenlijk continue op de toppen van je kunnen moest functioneren. Achteraf allemaal redenen om maar HHniet aan de uitzending te hoeven denken of nare ervaringen te moeten herbeleven. Met als resultaat dat ik slecht sliep en altijd moe was.

Hoop op rust en regelmaat

Begin jaren ’90 getrouwd en een gezin gesticht, ook een beetje met de hoop dat dit eindelijk wat rust en regelmaat in mijn leven en hoofd zou brengen. Want ik merkte wel dat ik in al de jaren na mijn uitzending een constante onrust in mijn lichaam en hoofd had. Dit uitte zich niet alleen in een continu verlangen naar het opzoeken van spanning en nieuwe uitdagingen, maar ook in een soms onverklaarbare boosheid en woede-uitbarstingen. Ik kon nooit precies een vinger leggen op de diepere oorzaak van deze boosheid en woede-uitbarstingen. Helaas strandde het huwelijk en ik kreeg een aantal jaren de zorg voor de kinderen. Ook gedurende deze periode moest ik zo enorm mijn best doen om de boosheid en woedeaanvallen te temperen en te beteugelen. Deze periode heeft ook duidelijk invloed gehad op de relatie met mijn kinderen en pas nu kunnen we erover praten. Ik hoop dat ze nu begrijpen waar op bepaalde momenten mijn gedrag vandaan kwam en dat ze me het kunnen vergeven.

Verstandige en rationele vent

We zijn nu ondertussen een aantal decennia verder en ik dacht dat ik zo langzamerhand wel over het een en ander heen gegroeid was. Ik beschouw mezelf namelijk best als een verstandige, rationele vent. Mooie corporate carrière achter de rug, waar ik heel veel van de wereld heb mogen zien, de kinderen zijn ondertussen volwassen en uitgevlogen en een ontzettend lieve, begripvolle vrouw en al een beetje van mijn prepensioen aan het genieten.

Maar toch bleef er nog steeds iets onderhuids sudderen; onrust, soms weer die boosheid, de felheid in mijn reacties in bepaalde situaties. Mijn vrouw en ook mijn kinderen gaven al een langere tijd aan dat dit misschien toch nog te maken had met onverwerkte ervaringen van mijn Libanon periode. Maar ik wuifde dit telkens weg met het argument, ‘daar ben ik al overheen, dat ligt ver achter me’. En ik kon me soms ook moeilijk verplaatsten in het gevoel van sommige maten die nog erg veel last van deze periode ondervonden. Ik reageerde dan met opmerkingen als; ‘get a live’, grow over it’ of ‘stel je niet aan, het is al zo lang geleden’.

Kort lontje

Totdat ik begon te merken dat ik zelf ook wel een heel kort lontje begon te krijgen, wat zeg ik, in sommige gevallen was er niet eens een lontje meer. Een wandelende tijdbom was ik geworden. Nu de druk van een intensieve baan er niet meer was, kreeg het lijf en het geheugen weer de tijd om zich te manifesteren, zo in de trant van; ‘nu zijn wij aan de beurt. Je hebt ons meer dan 40 jaar genegeerd, er zijn nog wat zaken die afgehandeld moeten worden’.

Schoorvoetend heb ik in een van de slapeloze nachten de PTST test gedaan die je op de site van het NLVI kan vinden. Tot mijn grote schrik eindigde ik in het dieprood! Je kan je voorstellen hoe groot mijn verbazing en schrik was. Dat kon toch helemaal niet?

Gesprek met NLVI

De volgende dag werd er direct vanuit het NLVI-contact met me opgenomen of ik directe hulp nodig had. Man, ik was zelf nog het een en ander aan het processen! Maar toch het besluit genomen om het gesprek aan te gaan. Allereerst twee keer een telefonisch gesprek gehad en uiteindelijk een persoonlijk gesprek thuis, waar mijn vrouw ook bij aanwezig was. Er stond een gesprek gepland van een uur, maar het werd uiteindelijk een gesprek van ruim twee uur. De deksel was eraf, diep verborgen deurtjes gingen ineens open, ik liep figuurlijk leeg.

In overleg met de zorgverleners is er toen besloten dat ik een traject zou starten bij ARQ/Stichting ’45. Hier is veel kennis en ervaring aanwezig van trauma’s bij o.a. veteranen.

Het zou een traject van ongeveer zes maanden worden, waarbij ik me een  keer per week moest melden in Oegstgeest. Nu kende ik deze plek alleen maar uit het boek van Jan Wolkers, ‘Terug naar Oegstgeest’, dus vond ik het eigenlijk wel bijzonder dat ik naar een plaats moest die ik alleen maar kende vanuit mijn middelbare school boekenlijst.

De eerste paar sessies waren groepssessies, met mannen die op verschillende missies geweest waren; o.a. Libanon, Bosnië, Kosovo, Afghanistan.

Ik hoor hier niet thuis

Bij het horen van hun verhalen dacht ik bij mezelf; ik hoor hier helemaal niet thuis, deze mannen hebben ergere zaken meegemaakt dan ik, zij hebben echt een mentale opdonder gekregen. Na deze groepssessies volgende een aantal 1-op-1 gesprekken. Uit deze gesprekken bleek dat ik op het randje van PTST zat, maar net niet. Bij mij werd het vrij nieuwe studieveld “Moral Injury” geconstateerd. Wat inhoudt dat het niet zozeer de traumatische ervaringen zijn die op zich een grote rol spelen, maar meer een soort schuldgevoel/ verwijten naar jezelf. Dat je in bepaalde situaties gehandeld hebt naar je eigen geldende normen en waarden of dat je gedwongen werd, door bijvoorbeeld het opvolgen van bevelen en je hierbij persoonlijke grenzen over bent gegaan en jezelf hierover schuldig voelt, verwijten over maakt of voor schaamt.

Tijdens de therapiesessies wordt er aan je gevraagd om naar die situaties te kijken die het meest impact op je gehad hebben en dan te kijken of je gehandeld hebt binnen of buiten je eigen normen en waarden. Ik kan je vertellen, Heftig! Heel Heftig!

Niets meer wegstoppen of negeren, de confrontatie aan gaan, het gegeven durven accepteren en er mee leren omgaan.

Geen geitenwollen sokken

Gedurende het hele traject werd ik begeleidt door twee therapeuten, die constant bezig waren met het creëren van een bewustwording en acceptatie, zonder meteen in een soort geitenwollen sokken wereld terecht te komen. Steeds weer terug naar je gevoel in plaats van alles vanuit de ratio.

Een onderdeel van de therapie was een aantal EMDR-sessies, het volgen van een steeds van snelheid en kleur veranderend lichtpatroon. Op een gegeven moment voelde ik zelfs tranen over m’n wangen biggelen, zonder dat ik in eerste instantie in de gaten had waardoor dat kwam. Een bizarre ervaring!

Naar mate het traject vorderde, merkte ik steeds meer een verbetering. In mijn hoofd werd het rustiger, het lontje werd steeds langer, ik durfde vanuit mijn gevoel en nu niet eens een keer vanuit de ratio, naar de periode in Libanon te kijken. Ik vond vanuit mijn innerlijk ineens de woorden die ik nodig had om mijn gevoelens te uiten. Dit was een behoorlijke openbaring, zeker als je weet dat ik dit soort trajecten altijd een beetje gekscherend heb weggezet als iets voor softies. Maar wat is het een ontzettend fijn gevoel en opluchting om die rugzak na al die decennia af te mogen zetten.

Ik realiseer me terdege dat dit best een lang verhaal geworden is, maar ik wil proberen een zo compleet mogelijk beeld neer te zetten van mijn persoonlijke ervaringen. Het zo op papier neerzetten voelt onwennig en maakt me kwetsbaar en zal zeker niet bij iedereen landen.

Wat ik echter wel hoop te bereiken is, dat mijn verhaal voldoende impact heeft op mensen dat ze zich realiseren dat ze er niet alleen voor staan. Durf om hulp te vragen, pak die uitgestoken hand. Durf te praten en te delen, dit geldt zeker ook voor het thuisfront, zij zijn tenslotte de basis en het fundament waar we iedere keer weer terugkomen. Niemand hoeft zijn of haar last alleen te dragen, is dat niet iets wat we bij defensie leren of geleerd hebben? Voor en met elkaar, no man left behind. Moed, Beleid, Trouw, Eer, Trots.

Ik ben geen professionele hulpverlener, maar ben altijd bereid een luisterend oor te bieden of in gesprek te gaan om ervaringen uit te wisselen.

Eric Mesrits

Almere

12.11.2024

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Inloggen

Registreren

Wachtwoord opnieuw instellen

Vul je gebruikersnaam of e-mailadres in. Je ontvangt dan een link waarmee je een nieuw wachtwoord kan instellen via de e-mail.